‘Hoe lang woon jij eigenlijk al in Amsterdam,’ vroeg een kennis laatst. Ik dacht’ns diep na en rekende uit dat er in de maand augustus een jubileumpje te vieren viel, want daar mag je wel van spreken als je toch al tien jaar in Amsterdam woont.‘Tien jaar, ik woon tien jaar in Amsterdam.’ ‘Oh, dus je komt hier niet vandáán. Nee, ik ben hier inderdaad niet geboren,’ antwoordde ik. ‘Waar dan?’ ‘In Friesland.’
Stilte.
Een half minuutje later kwam het welbekende antwoord dat ik al zo vaak om de oren heb gekregen van mijn niet altijd even subtiele stadsmakkers:‘Nou, daar hoor je helemaal niets van. En je ziet er ook niet zo uit.’
Weer stilte. Maar dan van mijn kant. ‘Hoe bedoel je. Denk je dat iedereen die uit Friesland komt een zwaar accent heeft, klompen aanheeft en bot gedrag vertoont?, probeerde ik er nog een grapje van te maken. Maar dat grapje werd niet begrepen, en er werd serieus op ingegaan. ‘Ehm nee, maar jij hebt inderdaad geen Fries accent, je zeilt niet… Nou ja, je bént gewoon geen typische Friezin.
Nee, dat is begrijpelijk na tien jaar Amsterdam. Als ik werkelijk waar zo gehecht was aan Friesland had ik tien jaar geleden niet mijn biezen gepakt om in een onbekende stad te gaan wonen waar ik welgeteld twee mensen kende. Maar dat de Friezen zo makkelijk in een hokje van aparte mensen werden geplaatst? Die gedachte stond mij toch een beetje tegen.
‘Hoe denk je dan dat een typische Friezin spreekt of eruit ziet?’ vroeg ik. ‘Geen idee, ik ben d’r nooit geweest. Alles wat al voorbij Weesp woont versta ik niet meer.’ ‘Ga je dan ook nog wel eens naar het buitenland?’, vroeg ik aan de globetrotter. ‘Ja hoor, ben laatst nog in Argentinië geweest.’ ‘Maar Friesland is te ver?’ Vroeg ik ietwat plagerig. ‘Tuurlijk’. De man was werkelijk waar niet van zijn stuk te brengen.‘Zou ik toch eens doen. Kan je met je eigen ogen zien dat het allemaal best mee valt daar’, probeerde ik nog.
De man keek me aan alsof ik gek was geworden.
‘Ik kan je ook wel het Friese volkslied leren,’ voegde ik er aan toe.En als je dat onder de knie hebt krijg je als beloning Friese dumkes en een Beerenburgje. Ga je mee naar de Friese meren. En je kunt er gewoon naar de kroeg. Er zijn fijne winkels en je kunt er best leuk naar strand. ‘Wanneer zou ik dat dan moeten doen? Tijdens een Elfstedentocht dan maar. Dat is heel mooi, want die komt er toch niet,’ zei de beste man hoopvol.
Daar was ik niet van onder de indruk. ‘Nou, dat lijkt me stug. Maar tijdens een Sneekweek.’‘En wanneer is die dan? ‘Het eerste weekend van augustus.’ ‘Oh, dus dat is al bijna. Wil je nu dan al gaan? Want ik wil best. Je hebt gelijk. Die vooroordelen ook altijd.’
Dat ging best makkelijk. Tot ik opeens bedacht dat ik dat weekend naar Loveland ging. ‘Helaas, ik ga naar Loveland. Gewoon hier in Amsterdam.’ Zichtbaar opgelucht haalde de man adem. ‘Ik ook. Kunnen we samen. Hoef je alleen dit keer niet op te treden als tolk. En hoef ik niet te zeilen.’
Al mijn inspanningen voor niets. Soms is het helemaal niet zo slecht dat sommige mensen niet eens buiten de landsgrenzen van Weesp willen komen. En ik? Ik overweeg om speciaal voor Loveland mijn Fryslan Boppe- hemdje aan te trekken. Benieuwd wat mijn stadsmakkers daarvan vinden , Want je kunt een meisje wel uit Friesland halen, maar Friesland niet uit het meisje. Ongeacht het feit of ze nu al tien jaar heel fijn in Amsterdam woont.
Geef een reactie