‘Leven als een god in Frankrijk.’ Die uitdrukking hoor je regelmatig voorbij komen in Nederland. En die uitdrukking klopt ook nog. Tenminste, als je vakantie viert in de Chambres d’hotes en de gites van Aire Les Biefs in de Auvergne. Drie maal raden waar wij de afgelopen week hebben doorgebracht?
Een Chambre d’hotes is overigens de Franse benaming voor het Engelse Bed & Breakfast. In een oude verbouwde school midden in de bergen van de Auvergne heeft het Nederlandse stel Rudolf en René verschillende luxe suites en kamers gemaakt. Daar kunnen de gasten slapen en beneden kunnen ze in de gezamenlijke ruimte ( denk lange eettafel, gerieflijke zithoek en goed gevulde boekenkasten) ontbijten en dineren. En de twee huishonden Dobby en Mignon aanhalen.
Maar daar zaten vriendlief en ik niet.
>> Lees hier hoe ik kennis maakte met Aire les Biefs
Wij zaten in de gite. Een chaletje met een eigen tuin pal naast het hoofdhuis en met uitzicht over de ruime tuin. Daar kwamen de honden ook af en toe eens buurten, maar konden we toch onze eigen boodschappen halen en ons eigen diner in elkaar flansen. Het was maar goed ook dat Rudolf het resultaat niet zag. Die man kan namelijk héél goed koken.
En als U me niet gelooft. Kijk dan maar eens naar deze foto’s, want gelukkig mochten we gratis en voor niets aanschuiven tijdens een feestdiner ter ere van allerlei gezellige jubilea van de twee heren.
Maar ook het leven in de gite droeg bij aan de pret. Het was er ongewoon prettig stil. Met dank aan ‘t gehucht Les Biefs met vijf huizen en een kerk. ‘We zitten hier in the middle of fucking nowhere,’ constateerde vriendlief dan ook de eerste dag met een grijns op zijn gezicht.
Maar wakker worden van fluitende vogeltjes is best prettig. ‘Wat een herrie!’ roepen als er een auto een keer in de twee uur voorbij komt ook. Iedere dag zwemmen in het zwembad is nog fijner en vriendlief bleek fan te zijn van de sauna. Als je dan ook nog met de Franse wijn kan beginnen om twaalf uur bij de lunch, dan maak je van ons helemaal gelukkige mensen.
Maar voordat je nu denkt dat wij gedijen op 24 uur rust, dan moet ik jullie toch teleurstellen. Mijn leven is pas compleet als ik kan winkelen. Veel kan winkelen. En dat kon. Vlakbij zelfs. In steden als Roanne en Vichy welteverstaan. Vooral in Vichy kan je van je geld afkomen in allerlei fijne (interieur)winkels als Maison du Monde.
En komt Vichy je bekend voor? Dat kan, want vroeger was ‘t een mondaine stad dankzij z’n thermen. Maar aangezien dat niet meer vergoed wordt door het Franse ziekenfonds ( Ja, je leest het goed) is de stad vooral ééntje van vergane glorie. Wel mooie vergane glorie. Het enige smetje op de geschiedenis? Het feit dat Vichy de hoofdstad was van collaborerend Frankrijk.
Maar daar vind je niets over terug in de stad. Is vakkundig weg gepoetst. Gelukkig konden we dat van de terrasjes en de restaurants niet zeggen. In tijden niet zo lekker – en zo veel- gegeten. Laat dat maar aan die vriendelijke Fransen over. Die in deze omgeving oprecht aardig zijn. Sterker nog, ook al spraken wij een paar woordjes Frans, dan nog probeerden de Fransen een paar Engelse woorden over hun lippen te laten rollen.
Ach, en op de weg vloekte vriendlief soms op de Fransen. Maar dat doet-ie ook op Duitsers, Belgen en Nederlanders. Zelfs Chinezen ontkomen er niet aan.
Voor de rest vinden we Fransen bijzonder aardig. En dat vinden we ook van Rudolf en René. Want zij zijn er toch maar mooi in geslaagd om van Aire les Biefs een comfortabel oord te maken waar mensen vanzelf ontspannen raken. En dit is te danken aan eigenaren die zelf ook ontspannen zijn. Gevolg? Je hebt ‘t gevoel dat je leeft als een stel goden in Frankrijk.
Maar ook aan een Frans godenleven komt een eind. Na een week vertrokken vriendlief en ik met pijn in ons hart weer richting Nederland. ‘Zullen we omkeren?’ werd de running gag tussen mij en vriendlief in de auto. Dat deden we niet. Met dank aan ‘t concept werk.
Wat ons rest zijn de foto’s, de herinneringen en ‘t voornemen om weer een keer terug te gaan naar Aire les Biefs zodat we weer kunnen leven als een stel goden in Frankrijk. De bedenker van die uitdrukking zou vast trots op ons zijn.








Geef een reactie