‘Dit album vind ik beter dan hun vorige, ‘ verklaarde vriendinnetje J. plechtig afgelopen donderdagavond over ‘t nieuwe album van de Kings of Leon, Come Around Sundown. De langverwachte opvolger van het hitalbum ‘Only by the Night‘ uit 2008. Vriendinnetje N. was al even enthousiast en liet me vrijdagavond weer opnieuw ‘t album horen. En ondanks dat d’r uitschieters missen als ‘Sex on Fire’ en ‘Use Somebody,’ zouden m’n vrienden best wel eens gelijk kunnen hebben. Want het klinkt als een verrekt lekker album.
Fijne rocknummers, liggen lekker makkelijk in ‘t gehoor en toch zijn d’r desondanks allerlei andere muziek-invloeden uit de fifties en de gospel erin verwerkt. Veelzijdig noem je dat. Eén belofte loste de band niet in: Het was na het succes toch echt de bedoeling van de vier muzikanten om terug te keren naar het ruigere, donkere geluid uit hun begintijd. Dat hebben ze niet gedaan. Want ook op Come Around Sundown zijn de nummers behoorlijk toegankelijk. Gelukkig maar, want zo goed waren die twee eerste albums ook al weer niet.
Wel waren de vier mannen toentertijd een stuk wilder. De drie broers Caleb, Nathan en Jared en neefje Matthew houden ‘t nu al zo’n beetje tien jaar met elkaar uit en veranderen van rebellerende domineeszonen uit ‘t zuiden van Amerika naar rocksterren die een stadion vol kunnen spelen. Maar commercieel? Nee, dat zijn ze – ondanks ‘t succes van Only by The Night – niet. Daar zijn hun nummers net een tikkie te rauw en te edgy voor. Diep in hun hart blijven ‘t toch altijd hillbillies in houthakkershemden die gewoon goede muziek maken. En misschien houden mijn vrienden daarom zo van ze.
Luister maar ‘ns naar Radioactive:




Geef een reactie