Ik ben niet een enorm dapper mens. Muizen vind ik leuk zolang ze maar niet bij mij in de buurt komen, krokodillen vertrouw ik voor geen meter en slangen vind ik ronduit eng. Spinnen zijn ook niet favoriet en kikkers moeten lekker in het water blijven zitten. En gewoon niet – ik herhaal niet – mijn huis binnen komen. Houden ze zich over ‘t algemeen best keurig aan. Totdat er gisteravond toch een salamander meende dat-ie het in huis ook wel leuk vond …
Mind you, in eerste instantie had ik niets in de gaten. Ik keek lekker op de bank naar het interview van Max en Lex, twitterde gezellig mee en nam ondertussen een slokje van mijn wijn. Kortom, het was een ontspannen aangelegenheid.
Wel vond ik het een beetje vreemd dat de kater zich midden in de kamer bezig hield met een vreemd ding. ‘Een stokje,’ dacht ik nog. Spelen ze wel vaker mee. Al blijkt het ook vaak een levend wezentje te zijn dat de katten het liefst de hele nacht martelen. De katten waren vast de eerste oorlogsmisdadigers op aarde.
Maar dat terzijde.
‘Wat heeft die kat daar?’ vroeg ik nog aan vriendlief die net langs liep. Hij wierp er een blik op en – dat is nóóit een goed teken – begon te lachen. En hard ook. ‘Kijk zelf maar.’ En hoewel ik wist dat dit niet iets goeds kon betekenen, hees ik mezelf van de bank en besloot ik ook maar eens te kijken naar dat ding.
Ik schrok me een hoedje. Dat was geen stokje, dat was een langwerpig ding met pootjes en – oh horror – een staart. ‘Wat is dat,’ gilde ik. ‘EEN SALAMANDER!’ riep vriendlief die al operatie ‘lach Danielle uit’ was gestart. Snel holde ik naar de andere kant van de kamer. ‘DOE WAT. PAK HET!’ gilde ik nog harder. ‘Als jij zo gilt, dan springt-ie misschien wel weg. Dan kan ik ‘m niet meer pakken,’ riep hij nog.
Voor mij volstrekt overbodige informatie.
Intussen zat de kater ietwat beteuterd naast de salamander. Het werd namelijk niet enorm gewaardeerd door de kat dat we ‘m stoorden in zo’n martelsessie. Dat was nou echt niet de bedoeling. De salamander bleef stokstijf liggen. Waarschijnlijk was-ie zich ervan bewust dat een beweging wel eens kon betekenen dat-ie zou worden vermoord door de kat.
Vriendlief zuchtte, liep naar de keuken en pakte wat keukenpapier. Vervolgens pakte hij de salamander, opende de tuindeur en liet de salamander los op het terras. ‘Ben jij nou echt bang voor een zo’n klein salamandertje?’ riep vriendlief. ‘Ja,’ piepte ik op de bank. Daar was ik al – met mijn benen opgetrokken – op gaan zitten voor het geval de salamander zich besloot te verplaatsen.
De kater keek me nu buitengewoon venijnig aan en startte een onderzoek in het huis om te kijken of er niet nog meer salamanders waren die hij in alle rust kon martelen. Vriendlief lachte me nog steeds uit. ‘Kijk eens in die hoek? Daar zit nog een salamander,’ riep hij vrolijk. De grapjas.
Ik ben niet meer van de bank afgekomen. Ik had een slokje wijn nodig om mezelf tot bedaren te brengen. En dat allemaal vanwege een kleine salamander. Kan je voorstellen wat ik doe als hier ooit een krokodil in huis ontdekt wordt? Dan breekt de hel los. Ik vrees dat dat ik die heldendaden toch aan andere mensen moet overlaten.
Foto: www.supercoloring.com
Geef een reactie