Normaal gesproken kijk ik niet veel sport. Misschien eens een voetbalwedstrijd hier, een tennistoernooi daar of een schaatsevenement. Daar houdt het wel zo ongeveer op. Maar nu de Olympische Spelen zijn losgebarsten ben ik bevangen door een tijdelijke gekte. Een sportgekte welteverstaan.
Bigger, better, faster, more!
Freestyle snowboarden ( spectaculair), kunstschaatsen (klassieker) of bobsleeën? Ik kijk het allemaal. Vol bewondering kijk ik hoe andere mensen alles er aan doen om een Olympische medaille te winnen. Het is een kwestie van bigger, better, faster, more.
Ik word er totaal in meegesleept.
Oranje plakken
En nog leuker? De Nederlandse sporters doen gewoon lekker mee. Momenteel halen de schaatsers iedere dag wel één tot drie plakken. Hell, we hebben zelfs al twee keer een oranje podium gehad. Geen Noor, Duitser of Amerikaan te bekennen.
Schaatshooligan
Ik heb al die wedstrijden gezien. Iedere middag installeer ik de tv zo dat ik vanaf de eettafel – er moeten natuurlijk wel stukjes getikt worden – de wedstrijden kan volgen. Schaatst een Nederlander? Dan word ik een heel klein beetje gek. Ik verander in een schaatshooligan die staat te juichen, te stampvoeten en te schreeuwen. ‘HUP (vul zelf maar in) GAAAAN! GAAAAAAN! HARDER! HARDER! KOM OP!’
Je wil me al helemaal niet horen als ze een winnende tijd hebben gereden.
Het slaat nergens op. De schaatsers horen me niet, ik sta me in mijn eentje als een randdebiel te gedragen en mijn katten moeten dekking zoeken achter de bank. Maar leuk is het wel. Vind mijn dochter ook. Was ze eerst nog buitengewoon verbaasd dat haar moeder zich zo vreselijk raar gedroeg, nu doet ze gezellig mee. Handen in de lucht en juichen maar.
‘SJINKIE!’
Overigens ben ik ook diep bedroefd als de Nederlanders niet winnen. Je zou het bijna vergeten, maar de shorttrackers lukte het tot dusver niet om een plak binnen te slepen. Maakte niet uit hoe hard ik SJINKIE gilde, Sjinkie bereikte de finale niet.
Ik had trouwens niet gedacht dat ik ooit nog eens voor een tv zou zitten en SJINKIE zou gillen. Maar dat terzijde.
Ook andere landen zijn gezellig
Maakt niet uit, ik blijf ze gewoon aanmoedigen. Al moedig ik ook sporters uit andere landen aan. Zo ben ik fan van de Russische kunstschaatsers ( benen van elastiek), ben ik dol op ijshockeyers uit Zweden ( al zijn die Canadezen en Amerikanen ook erg leuk – ik kan niet kiezen) en heb ik een zwak voor Jamaicanen die meedoen aan bobsleeën.
Tijdelijke gekte
Gelukkig heeft deze sportgekte een voordeel: het is tijdelijk. Al val ik na de Olympische Spelen vast in een diep donker inktzwart gat. Dus als je me daarna tegenkomt en ik zie er een beetje verward uit? Het zijn de afkickverschijnselen.
Geef een reactie