Sportief ben ik nooit geweest. Van hardlopen krijg ik pijn in mijn knieën, zwemmen is alleen maar leuk in de schoolslag en tijdens ‘t spelen van een potje voetbal zie ik zo ongeveer de bal als laatste aankomen. Naar sport kijken vind ik daarentegen wel wéér aardig. Correctie, naar de Olympische Spelen kijken vind ik onderhoudend. U begrijpt dat ik momenteel mijn lol op kan.
Nu is het natuurlijk wel een béétje lafjes om je op een bank te installeren en naar de Olympische Spelen te kijken. Maar niets doen en je toch sportief voelen, dat is zo’n beetje mijn idee van de Olympische beleving. Zet mij voor ‘t wielrennen op een bank en binnen een uurtje slaap ik. Geheel verfrist word ik dan wakker om nog net de laatste paar kilometer mee te pakken.
Heer-lijk.
Neemt niet weg dat ik gigantisch veel respect heb voor de atleten die er alles aan doen om een plak te halen op de Spelen. Ze trainen zich jaren het absolute ram-bam en moeten vervolgens maar afwachten of hun lijf, het geluk en hun concurrenten een beetje willen meewerken op het moment suprême.
Dat valt af en toe een beetje tegen, want zoals Hennie Huisman al ooit zong: ‘er kan maar één de winnaar zijn.’ Dat houdt in dat honderden – zo niet duizenden – deelnemers dus niet winnen. Ja, daar zit je dan met je jarenlange training. En het adagium ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ wordt dan opeens ook een stuk minder gezellig. Daar wordt iedereen natuurlijk hartstikke competitief van.
En dat maakt wedstrijden wel weer onderhoudend. Ik betrap mezelf er al op dat ik daardoor naar sporten kijk die ik normaal gesproken van je-lang-zal-ze-leven nooit zie. Neem nou judo. Ik weet er geen ene moer vanaf, maar leuk dat ik het vind. Al ben ik trouwens wel even snel bij gepraat door mijn vader die wél jaren aan judo gedaan heeft. Net als hij ooit deed met voetbal, boksen, zwemmen, waterpolo en allerlei andere sportieve ongein die hij ook beoefende.
U begrijpt, die sportieve genen van mijn vader hebben mij nooit bereikt. Behalve dat kijken dan. En dus kijk ik straks ook naar hockey, schoonspringen, dingen met paarden, iets met boogschieten, mensen die dingen doen met een discus of gewoon een stukkie hard lopen.
Boeiend vind ik het. Vooral als ik op de bank zit en alleen maar hoef te kijken. Stukkie chocola erbij, een drankje in de hand en hangen maar. Nee, als bank zitten een Olympische sport zou zijn, zou ik er verrekt goed in zijn. Maar ik vrees dat die activiteit nét niet sportief genoeg is. Wat betreft ‘t concept sportiviteit ben ik gewoon reddeloos verloren. Gelukkig heb ik mijn ogen nog.
Nou ik stem bij deze voor competatief os kijken. Ik schrijf me iig in voor turnen. Heerljjk!
Competitief OS kijken! Bril-jant. Ik schrijf me ook in voor turnen. En discus werpen.