Een paar jaar geleden brulden ik en een vriendin van het lachen tijdens het lezen van ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ van Paulien Cornelisse. Om de beurt lazen we elkaar de grappigste stukjes voor (zo sneu zijn wij). Wij waren niet de enige liefhebbers, want het boek werd een regelrechte bestseller. Drie jaar na dato verschijnt op 10 februari de opvolger ‘En dan nog iets.’ En die belooft minstens zo leuk te worden.
Taal is zeg maar echt mijn ding
En ja, beide boeken gaan over taal. Normaal gesproken kan dat reuze saai uitpakken, maar niet als cabaretière ( en van huis uit psychologe ) Paulien Cornelisse haar licht erover laat schijnen. Lagen we tijdens het lezen van het vorige boek nog dubbel over haar beschrijvingen van mensen die veelvuldig ‘zeg maar’ gebruiken, ‘alles een plekje geven,’ of hun kinderen opzadelen met namen als Splinter, zo gaat ze in haar nieuwe boeken gezellig op de oude voet verder.
>> Lees meer over Paulien Cornelisse op d’r website
En dan nog iets
Zo verbaast ze zich in ‘En dan nog iets’ over tienermeisjes die tussen elke paar woorden een punt zetten of over woordenverdubbeling. Want wat is in hemelsnaam het verschil tussen leuk of leuk-leuk? Wie het weet mag het zeggen. Net als mensen die ‘ik ben wel van …’ roepen als ze bedoelen dat ze ergens van houden. Niets ontsnapt aan het oor van Cornelisse. Ze obseveert, luistert, analyseert en schrijft er daarna geestige stukjes over.
Geen taalpurist
Maar nu moet je niet denken dat Paulien Cornelisse een taalpurist is. Integendeel. Dat vindt ze namelijk een scheldwoord. ‘Taalpuristen zijn zeurpieten die vies eten en slechte seks hebben,’ riep ze onlangs in een interview met De Telegraaf. En mensen afzeiken wil ze al helemaal niet. ‘Taal kan me echt ontroeren. Ik word warm van binnen als iemand iets aandoenlijks zegt. Fouten zijn helemaal niet erg. Meestal vind ik dat juist lief. Mijn boekt eindigt met een man die de hele tijd ’tisnianders’ zegt, op alles. Dat raakt me echt,’ zegt ze in datzelfde interview.
Zie hier het geheim van Paulien Cornelisse. Een geestig boekje schrijven over het taalgebruik van mensen en daar nog honderdduizenden boeken van verkopen ook. Dat kan niet iedereen. Gelukkig kan zo’n beetje iedereen het boekje lezen. En erom lachen. Die vriendin en ik hebben er in ieder geval – zeg maar – best wel zin in. Het is namelijk best wel ons ding.
‘En dan nog iets’ is rond 10 februari verkrijgbaar in de boekhandel
Geef een reactie