‘Je zag me niet gisteravond, maar wat was jij lekker bezig op de dansvloer in Klein Java. Het was briljant,’ mailde vanmiddag een oud-collega uit de omroepwereld die blijkbaar ook aanwezig is op de Sneekweek. Ik schrok me dood. Ik heb ‘m nog niet terug gemaild of- ie dat ‘briljant’ nu positief of negatief bedoelde. Al heb ik wel een licht vermoeden …
Dat hoort overigens wel bij een Sneekweek. Voor de mensen die niet weten wat het is, dat is een feestweek in het Friese Sneek waar het in principe draait om zeilwedstrijden. Alleen zijn de meeste mensen vooral aanwezig om te drinken. Veel te drinken. Ze zouden net zo goed de glazen kunnen overslaan, de bierkranen permanent kunnen open draaien en mensen er gewoon onder laten hangen.
Dronken worden ze toch wel.
>> Lees meer over de Sneekweek
Overigens is ‘t wel gezellig. Overal spelen dweilorkesten, bandjes en andere gezelligheid. De straten en de kroegen puilen uit en je komt 101 bekenden tegen. Of in mijn geval dan, bekenden die jou wel kennen maar jij hen niet meer. Na dertien jaar Amsterdam ben ik in het bezit van een geheugen ter grootte van een armetierig gatenkaasje en heb ik geen idee meer of ik die bekende die zo enthousiast ‘Hoi Daniëlle’ riep, ken van de lagere school, de peuterspeelzaal of een tennisles.
Sad but true.
Al speelt de drank ook ongetwijfeld een rolletje of wat. Want we waren al leuk begonnen met een flesje wijn ( of waren het er vier) bij vriendinnetje J. thuis. Nadat we de economische crisis, de rol van Twitter in het medialandschap en de nalatenschap van The Doors op ons geheel eigen wijze hadden besproken, gingen we de stad in.
Rechtstreeks naar Klein Java. Normaal gesproken in het dagelijks leven een keurig restaurant, maar in de Sneekweek een regelrechte disco zoals we ‘m kennen van vroeger. Veel flikkerlichten, een goede DJ en goede muziek. En soms wat minder. Want foute muziek is soms ook ook gezellig.
Vriendinnetje J. was al lekker bezig. Voor ik ‘t wist was ik haar dan ook kwijt. Geen wonder, want ze zwierde ergens in de armen van één of andere leukerd. Ergens in Klein Java vond ik weer vriendlief, besloot ik in een opwelling spa te bestellen ( en nee, dat beviel niet) en deed ik weer een halfslachtige poging vriendinnetje J. te vinden.
Die overigens daarna écht spoorloos bleek te zijn. Aarzelend tikte ik op de schouder van een vent die eerder nog had gezegd ‘dat hij wel een oogje in het zeil zou houden.’ Want vriendinnetje J. en ik verliezen elkaar liever niet uit oog. ( Kwestie van veiligheid) En wonderwel hadden hij en zijn vrienden dat gedaan. Binnen twee minuten hadden een paar vrienden van ‘m vriendinnetje J. opgespoord. Die leukerd vond ze alleen niet meer zo leuk. ‘Ik wil dansen!’ En voor we het wisten stonden we weer op de dansvloer.
Met diezelfde jongens. Vriendlief hing genoeglijk met zijn vrienden aan de bar, de DJ draaide gezellige hits van Michael Jackson en voor ik het wist stond ik met mijn billen te schudden en rare bewegingen te doen die waarschijnlijk dansexpert Dan Karaty hadden doen sidderen van angst.
Maar dat maakte mij even niet uit. ‘Wie kent mij hier nu?’ dacht ik nog dapper. De bekenden die ik wel kende, weten dat ik na drie wijn rare bewegingen ga doen en die andere mensen? Boeien. En dus gooide ik er nog maar een wijn in en danste ik dapper verder met vriendinnetje J ( die vooral uitblonk in het roepen van ‘joehoe!’ een keer in de drie minuten) en de groep mannen die allemaal vreselijk goed konden dansen.
Ja lieve vrouwen, dat soort mannen bestaan.
‘Zullen we naar huis,’ riep vriendlief vlak voor het einde. Maar ik wilde niet. Ik wilde alleen maar dansen. Net zo lang tot de DJ ermee ophield. En dat deed hij om half vier. Of was het vier uur? En dus pakte ik mijn goedkope vestje ( zal je zien, heb je speciaal een lelijke vest gekocht, willen ze uitgerekend dit exemplaar niet jatten) en huppelde ik uit Klein Java. Ik hoorde nog iemand ‘Hoi Daniëlle’ roepe en ik mompelde nog vaag iets terug.
Maar ik was ook te druk met vriendinnetje J. en vriendlief die beiden naar huis gebracht moeten worden. En dat lukte best goed. ‘Ik breng ze even naar huis, want ze zijn beide dronken. Denk ik,’ verklaarde ik mij nader tot een vriend van vriendlief. ‘En jij zeker niet?’ antwoordde hij gevat. ‘Ik wat minder.’ En dus doorstond ik met glans het gezang van vriendlief ( ‘En we hewwe in woanskip!), brachten we intussen vriendinnetje J. naar huis en gaf ik – heel braaf – thuis de katten alvast te eten.
Dan konden we tenminste ‘s ochtends uitslapen. Hoop ik ook ooit met mijn kinderen te doen. Tevreden bedacht ik mij daarna dat het allemaal slechter had kunnen aflopen. Tenminste, dat was nog voor ik die mail las. Ik kan nu alleen maar hopen dat er geen beelden van zijn gemaakt. Misschien nu toch echt maar eens terug mailen wat die oud-collega bedoelde met dat ‘briljant.’ Zal ik meteen beloven dat ik me vanavond wat braver gedraag op de dansvloer.
Al weet je het maar nooit na drie wijn.
Geef een reactie