Het was een fijne kerst dit jaar. Daar zijn de foto’s het bewijs van. Zwaar was-ie wel, want het is nu woensdag en vriendlief en ik moeten nog bijkomen. En dan hebben we Oudjaarsavond nog niet eens gehad.
Het begon allemaal zo mooi op kerstavond, liever gezegd kerstmiddag, bij mijn ouders. Daar slapen we namelijk wel eens van kerstavond op Eerste Kerstdag. Dat idee is een beetje uit noodzaak geboren omdat onze beide families etentjes houden op Eerste Kerstdag. Dan zit er niets anders op dan de boel te verdelen.
Wel zo gezellig, want dan kan je meteen op Kerstavond fijn dineren en op Eerste Kerstdag je cadeautjes uitpakken die onder de kerstboom liggen. We hadden goed ons best gedaan. De boeken, sokken, huishoudelijke artikelen, MP3-spelers en reisgidsen vlogen ons om de oren. Gelukkig konden we daarna de boel bespreken tijdens de brunch met champagne. Overigens zaten we na die brunch wel keurig aan de thee.
Goddank, want we moesten nog even door.
Naar de boerderij van schoonmoeder waar de rest van de familie al wachtte. En de steengrill ook. Plus de wijn. En het was gezellig. Het eenjarige neefje van vriendlief en een nichtje werden bedolven onder de cadeaus, wij mochten aan de karaoke en poker.
Van die laatste twee leek poker mij nog de beste optie. Al had ik ‘t nog nooit gespeeld, moet ik eerlijk bekennen. Zo leuk bleek ik het overigens niet te vinden, want in mij schuilt nu eenmaal geen echte kaarter. Dan sla ik van verveling maar snel als een echte nerd aan ‘t twitteren.
De karaoke-mensen hadden ‘t erg naar hun zin. Schoonmoeder zong ‘Paradise by the Dashboardlight,’ ergens hoorde ik Rammstein voorbij komen en vriendlief en zijn broer wisten vakkundig ‘Oerend hard’ om zeep te helpen. Het was een mooie avond.
Alleen moesten we de volgende dag nog wel even bijkomen. Niet zo handig als je op Tweede Kerstdag een diner voor vijf man in elkaar moet draaien. Gelukkig deelden vriendlief ‘t werk en wisten we nota bene nét niet op tijd alles klaar te hebben. Lees: ik had me nog niet opgemaakt. Maar thank god had de eerste gast, vriendje P., ook nog een kater van de avond ervoor, dus zo erg was dat ook alweer niet.
Mensen met een kater praten namelijk niet zo veel voor hun eerste biertje.
Het drinken en ‘t eten ging daarna wel prima. Niets bleek aangebrand, alles was redelijk gaar en vooral ging alles nog beter op. En dat is al heel wat voor kerst. En zo speelden we niet snel daarna een zelf in elkaar geknutselde popquiz waarin ik en vriendinnetje J. tekeer gingen als twee competitieve gillende keukenmeiden. Tot licht ongeloof van een paar mannen.
Maar ach, er waren bubbels, cocktails en muziek. Die later op de avond werd opgeschroefd zodat we nog even met de voetjes van de vloer konden. Vriendlief wierp zich op als DJ, vriendinnetje J. en ik als danseressen en vriendje D. bekeek het hele geheel maar ‘ns lop z’n gemak op de bank. Want we vrezen dat we daar tien XTC-pillen in zouden moeten gooien, voordat hij ook maar één move maakt.
Niet dat het erg was, want iedereen vermaakte zich prima. De laatste gooide we er om een uur of twee uit en na een laatste drankje konden vriendlief en ik dan ook eindelijk gaan slapen. Alleen de volgende dag voelden we ons niet echt je-van-het. Vriendinnetje J. die een taartvorm kwam ophalen, voelde zich ook niet helemaal de oude. ‘Doe mij maar wat sterkers,’ riep ze, terwijl ze op de bank plofte.
Dat kreeg ze. En ik nam ik er ook maar ééntje. Eén werd twee, twee werd drie en voor we ‘t wisten verliet vriendinnetje J. om een uur of elf ‘s avonds het pand. Daar had ik wat spijt van toen ik de volgende ochtend nog een recap van Boer zoekt Vrouw moest schrijven en nog een lunch met vriendinnetje P. voor de boeg had.
Ja, alle twee zijn ze achter de rug. Beiden bleken ze vermakelijk ook nog, maar aan ‘t eind van de dag was ik – zelfs zonder drank- ziek. Dat dan weer wel. Misselijk, hoofdpijn en buikpijn; mijn lichaam had er genoeg van. Kerst 2010 was officieel ten einde gekomen. En dat is maar goed ook, want Oudjaarsdag hebben we ook nog.
Geef een reactie