Het was lang geleden dat ik naar huis fietste toen ‘t al licht werd, chinees eten at als ontbijt en maar een wijntje inschonk voor de lunch. Het voelde als een echte Sneekweek. En ‘t ergste van alles is? Dit was nog maar de eerste avond.
Niet dat dit de ergste Sneekweek-kater ooit was. Die beleefde ik ergens in mijn tienerjaren. Dronk ik mezelf helemaal naar de tering, zoende ik met de meest vreselijke zeilkakkers en maakte ik ruzie met mensen van wie ik vond dat ik daar nog een appeltje mee te schillen had.
Ik kan U geruststellen: Dat heb ik gisteren allemaal niet gedaan.
Ok, de wijntjes gingen er ‘s avonds met vriendinnetje J. en vriendlief er thuis al goed in, eenmaal in de stad trouwens ook en ik heb ook als vanouds weer erg fijn staan te dansen in de tent waar ik ieder jaar heel hard sta te dansen. Niets nieuws onder de zon.
Wel was ik regelmatig vriendlief en vriendinnetje J. kwijt. Vriendlief omdat-ie met vrienden was en dan ‘ns met die babbelde en dan ‘ns met die. Want zo gaat dat tijdens een Sneekweek. Gold trouwens ook voor vriendinnetje J. die af en toe naar iemand of iets toe huppelde zonder te zeggen dat ze dat ging doen. En zo dwaalde ik regelmatig in m’n eentje door de kroeg.
Nou ja, alleen?
Ik werd achtervolgd door een jongeman die besloten had dat ik zijn Sneekweek-Liefde kon worden. ‘Eh, mijn vriend zit dáár op het terras,’ probeerde ik de beste man uit te leggen, terwijl ik – juist – wees naar het terras naast de kroeg. ‘Dat maakt toch niet uit. Die vriend ziet je toch niet,’ reageerde de man nogal achteloos. Vriendlief zag het trouwens wel. ‘Ik zoek ‘m op,’ riep-ie lachend. De andere jongeman droop met de staart tussen de poten af. Maar niet voordat-ie razendsnel zijn visitekaartje in mijn tas had gestopt. Dat kaartje ligt overigens nu in een prullenbak ergens in Sneek.
Dat geflirt van die kerels was ook best irritant aangezien ik op zoek was naar mijn vest. Behalve mensen, raak ik namelijk ook dingen kwijt tijdens de Sneekweek. Een van de redenen waarom ik daar nooit in één van mijn beste outfits sta. In dit geval ging het om een roze vestje van twintig euro. Voor de prijs hoefde ik het niet te doen, maar voor de kou wel. Want met een haltertopje om half vijf ‘s ochtends naar huis fietsen is geen goed idee.
En dus mocht ik na lang soebatten bij de portier na sluitingstijd nog de kroeg doorzoeken. Het hele personeel kreeg ik nog in touw. ‘Is dit je vest?’ riep een aardige blonde die een wit trainingsjackje in de hand hield. Aarzelend nam ik aan. Het ding was overduidelijk niet van mij. Een wit trainingsjack van H&M zou ik normaal niet kopen. Warm was-ie wel. ‘Oh, die is van mij,’ antwoordde ik, trok ‘m aan en liep er zo mee de kroeg uit.
‘Je kan het nog steeds,’ riep vriendinnetje J. door haar tranen heen omdat er woorden waren gevallen tussen haar en een vent ( want dat hoort zo tijdens een Sneekweek ). ‘Ik ben geen spat veranderd, vrees ik,’ grijnsde ik. Want ook vroeger was ik goed in dit soort acties. Niet fatsoenlijk, wel handig. Want ergens weet ik dat iemand rondloopt in mijn roze vest.
Vanavond zal ik d’r waarschijnlijk wel zien. Want dan is het weer Sneekweek. Hoor ik opeens om half vijf ‘s ochtends ‘he, dat is mijn vest. Mag ik ‘m terug.’ En dan krijgen ze ‘m terug. Want kledingruil? Dat hoort ook bij een Sneekweek.
Geef een reactie