‘City Boy’ van Geraint Anderson is strikt genomen geen biografie, maar wel gebaseerd op ware gebeurtenissen in Anderson ‘s leven als zakenbankier in The City, het financiële district van Londen. De beste man schreef een paar jaar lang anonieme columns in een krant, kapte na een aantal jaar met zijn baan en besloot naar aanleiding van diezelfde columns een roman te schrijven. Maar of dat nu zo’n goed idee was?
Onthullend is het boek in ieder geval. In de persoon van Steve Jones laat Geraint Anderson de lezer een kijkje achter de schermen nemen van die wereld die The City heet. En dat is geen prettige wereld. Tenminste, als je de bakken geld niet meetelt. Want dat is dan wel weer prettig. Moet je wel de hebzucht, de competitie, de lange werkdagen en de ongezonde levensstijl met drank en drugs voor lief nemen.
En dat deed Geraint Anderson, of moeten we Steve Jones zeggen? Dat de beste man zakenbankier werd, is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Tijdens zijn universitaire jaren was de man een hippie met een baardje en vormeloze kleding die het liefst al blowend de wereld rondreisde. Deze idylle wordt ruw verstoord als-ie na het behalen van zijn bul, moet gaan bedenken wat-ie met zijn leven wil. Zijn broer – die al in de financiële wereld werkt – biedt een oplossing: werken bij een zakenbank.
Hoewel Jones nul kennis van zaken heeft, besluit-ie toch maar naar de afspraak bij de zakenbankier – die de broer van Jones nog een dienstje is verschuldigd – te gaan en wordt tot zijn verbazing aangenomen. Eenmaal aangenomen ontdekt Jones de hiërarchie van de zakenbank, de competitie en het bankieren zelf. Wat volgens hem niet meer inhoudt dan ‘pusing around paper’ en dan wat moeilijke termen verzinnen om één en ander nog wat geloofwaardig te houden.
In de eerste jaren probeert de man nog afstand te bewaren. Ondanks het feit dat-ie gewoon lekker meedoet, is het nog steeds een gevalletje van ‘ik tegen de rest.’ Wel eruit zien als een apenpakkie, maar van binnen nog steeds een hippie. Dat werk. Lekker ageren tegen al het geld en de bonussen die het werk oplevert, maar intussen wel het geld binnen harken. Want tja,’de City verandert je.’
Dat is later ook een reden om zich als een totale klootzak te gedragen. De Beste Man wordt Arrogant. En coke-verslaafd. Maar mind you, het is allemaal de schuld van The City. Want die is zo verdorven, hebzuchtig en afschuwelijk, daar kan geen mens tegen op. Tot hij na een aantal jaar genoeg geld op de bankrekening heeft staan. Dat betekent Exit City en besloot hij ons met dit boekje op te zadelen.
Niet dat Geraint Anderson slecht schrijft. Tenminste, als je van machismo taal houdt en ook dol ben op vergelijkingen. Voorbeeldje? ‘It was about as likely as Ann Widdecombe winning Rear Of The Year.’ En zeker een stuk of vijftig vergelijkingen later, was het tijd voor het moralistische slotbetoog. Komt in het kort op neer dat kapitalisme slecht is, zakenbankiers evil en dat ‘als mensheid’ moeten veranderen.
Dat laatste snijdt houdt. Dat weten we na de financiële crisis allemaal. Maar als een bekeerde zakenbankier dat ons vertelt, komt de boodschap minder aan. Kent U die voormalige rokers die nu volledig tegen roken zijn? Zo erg dat niemand ook mag roken? Vergelijk het met de positie van Geraint Anderson.
Deze beste meneer had het beter bij zijn columns kunnen houden. Was een prima, onderhoudende gedoseerde City-portie. Onthullend en smeuïg ook. Om maar even in Anderson’s vergelijkingen te blijven:’het gleed erin als een broodje pindakaas.’ Een boek daarentegen niet. Is teveel van het goede. En dat geldt misschien wel voor de hele bankenwereld.
Beetje rare review.. Ik snap wat je zegt, maar het boek leest soepel weg en zeker voor studenten en geïnteresseerden is het een aanrader. De eerste 10 pagina’s grijpen je direct, plaatsen je in de misplaatstheid van de bankiers wereld.
In mijn optiek zeker een aanradertje
Je vindt het een rare review, maar je snapt wat ik zeg? Hmm, dat vind ik dan weer raar. Maar als jij het een aanrader vindt, prima. Ieder z’n eigen mening 🙂